Polen interbellum
Tweede Republiek Polen & minderheden  1920 - 1939
 
 
xaanloop_WO2.html
   
Gerd Schultze RhonhofGerd_Schultze_Rhonhof.html
  
QuizQuiz_WO2.html
 
Voor-geschiedenisVoorgeschiedenis_WO2.html
SamenvattingSamenvatting.html
  
Rel. Duitsland
Gr.Brit.Relatie_GB-D.html


Rel. Duitsland
FrankrijkRelatie_F-D.html
Marokko crisisMarokko_geschiedenis.html
Bagdag SpoorlijnBagdad-spoorweg.html
Sarajevo 1914Sarajevo_1914.html
Verdrag van VersaillesVersailles.html
SaargebiedSaargebied.html



RijnlandRijnland.html
Anschluss OostenrijkAnschluss_Oostenrijk.html
SudetenlandSudetenland.html
TsjechiëTsjechie.html
MemellandMemelland.html
Economie interbellumEconomie_interbellum.html



Herbewapeningherbewapening.html
tweede republiek polen
Politiek PolenPolitiek_Polen_interbellum.html
Rel. Duitsland Polen ’18-’39Relatie_Polen_Duitsland.html
DanzigDanzig_1939.html
Hitler-Stalin PaktHitler-Stalin-pakt.html


1 september 19391_september_1939.html
Plan Hitler
1939Plan_Hitler_1939.html
Hitler of RooseveltRoosevelt.html
VideoYouTube.html
Links & VerwijzingenLinks.html
ContactContact.html
 
Aanloop WO2aanloop_WO2.html
   
Gerd Schultze RhonhofGerd_Schultze_Rhonhof.html
  
QuizQuiz_WO2.html
 
Voor-geschiedenisVoorgeschiedenis_WO2.html
SamenvattingSamenvatting.html
  
Rel. Duitsland
Gr.Brit.Relatie_GB-D.html


Rel. Duitsland
FrankrijkRelatie_F-D.html
Marokko crisisMarokko_geschiedenis.html
Bagdag SpoorlijnBagdad-spoorweg.html
Sarajevo 1914Sarajevo_1914.html
Verdrag van VersaillesVersailles.html
SaargebiedSaargebied.html



RijnlandRijnland.html
Anschluss OostenrijkAnschluss_Oostenrijk.html
SudetenlandSudetenland.html
TsjechiëTsjechie.html
MemellandMemelland.html
Economie interbellumEconomie_interbellum.html



Her-bewapeningherbewapening.html
Minderheden Polen
Politiek PolenPolitiek_Polen_interbellum.html
Rel. Duitsland Polen ’18-’39Relatie_Polen_Duitsland.html
DanzigDanzig_1939.html
Hitler-Stalin PaktHitler-Stalin-pakt.html


1 september 19391_september_1939.html
Plan Hitler
1939Plan_Hitler_1939.html
Hitler of RooseveltRoosevelt.html
VideoYouTube.html
Links & VerwijzingenLinks.html
ContactContact.html
 

De Tweede Republiek Polen had tijdens het interbellum een slechte reputatie wat betreft het minderhedenbeleid t.o.v. Joden, Volksduitsers, Litouwers en anderen. Ja, er waren schone beloften gedaan aan de Volkenbond op dat gebied, maar in feite bleek de 2de Republiek Polen een schurkenstaat te zijn.


  1. 1.Minderheden in Polen
  2. 2.De Joden in de Tweede Republiek Polen

  3. 3.Volksduitsers in Polen


1. Minderheden in Polen

Het nieuwe Polen was met de inlijving van grondgebieden van de Oekraïne, Wit-Rusland, Litouwen, Tsjechië en Duitsland een veelvolkerenstaat geworden . De bevolking van het land bestond sinds 1921 uit 30 miljoen Poolse staatsburgers, waarvan 19 miljoen - dat is slechts 2/3 - als moedertaal Pools spraken. 5 Miljoen waren Oekraïner, 2.5 miljoen Joods, 2 miljoen Duits, en 1,2 miljoen waren Witrussen. Daarbij kwamen ook nog minderheden van Litouwse, Tsjechische en Hongaarse herkomst, evenals Kaschuben en Slonzaken (Silezië). In het veroverde “Oost Polen” zijn de Polen zelf een minderheid. Op 7,4 miljoen Oekraïners, Joden, Witrussen kwamen daar 1,5 miljoen Polen voor, ofwel 1/6 van alle mensen die daar woonden.


Polen moest de rechten van haar minderheden in de eerste plaats in het Minderheden-Beschermings-verdrag, als onderdeel van het Verdrag van Versailles, garanderen. Doch Polen en de Siegermächten negeerden deze  bescherming al heel snel met een serie handelingen en verordeningen gericht tegen deze minderheden. De Polen namen wraak op de vroeger getolereerde Russificering en het verduitsen uit de tijd van de Poolse deling. Doch zij gingen met
Lord Noel-Buxton
de ver-poolsing, tegen hen die nu een minderheid in Polen vormden, harder te keer dan de Duitsers en Habsburgers in de vroegere tijden.


De Volkenbond maakte van de positie van minderheden in Polen regelmatig een agendapunt, maar greep nauwelijks in. Op 15 juni 1932 berichtte Lord Noel-Buxton voor het Lagerhuis in Londen over een vergadering van de Volkenbond over dit thema:


“ In de laatste dagen zijn tijdens de zittingen van de Raad van de Volkenbond belangrijke vragen behandeld inzake de nationale minderheden. Met name werd op de januari-vergadering een bericht behandeld wat over terrorisering handelde die in de herfst 1930 in de Oekraïne plaats gevonden heeft....... Assimilering door vernielen van cultuur is daar aan de orde van de dag..... Uit de Corridor en uit Posen zijn inmiddels niet minder dan 1 miljoen Duitsers sinds de annexatie gevlucht omdat zij de omstandigheden aldaar onverdraaglijk vinden.... In het Poolse deel van Oost Galicië worden vanaf het einde van de oorlog tot 1929 de volksscholen met 2/3 verminderd. In de Universiteiten die onder Oostenrijks heerschappij 11 leerstoelen voor Oekraïners onderhielden bezitten zij er nu niet één meer, hoewel in 1922 door de Poolse regering een eigen universiteit toegezegd was. In het deel van de Poolse Oekraïne, die vroeger aan Rusland behoorde, in Wolhynien, zijn de omstandigheden nog slechter..... Wij kunnen in deze samenhang bijzonder beklagenswaardige feiten niet negeren, nl. de folteringen van gevangenen in gevangenissen en van verdachten die de ongenade van de Polen gevallen zijn”


Curzon-linie
Witrussen en Oekraïners als geboren meerderheid ten oosten van de Curzon-linie verweerden zich tegen alle pogingen om ze tot het katholieke geloof te bekeren en te “verpoolsen”. Toen de Poolse regering besloot land in Wit-Rusland te onteigeningen en in 1924 en ‘25 de Wit-Russische taal voor tijdschriften en scholen ging verbieden kwam het tot een volksopstand, wat uitliep op terreur en tegenterreur. Tot 1938 vernielde het Poolse leger 127 Orthodoxe kerken, gebedshuizen en kapellen van de Wit-Russen en Oekraïners. Het land bleef tot de bezetting door de Russen in 1939 onrustig.


Ook in de Oekraïne stond het naast elkaar leven van Polen en Oekraïners onder een slecht gesternte. Na het einde van de
aartsbisschop Andrej Szeptyckyj
Eerste Wereldoorlog kwam het eerst tot zware vechtpartijen van Oekraïners tegen de Polen, die vanuit vroegere tijden nog wat rekeningen met elkaar te vereffenen hadden. Toen veroverde Polen de West-Oekraïne ten oosten van de Cuzon-Linie, en de wraak ging nu in omgekeerde richting..... In 1930 schreef aartsbisschop Andrej Szeptyckyj, van de Grieks-katholieke kerk van Lemberg een brief naar een vriend waarin hij klaagde:


Wij maken verschrikkelijke tijden door. De stafexpedities ruïneren onze dorpen, onze scholen, ons bedrijfsleven. Duizenden dorpsbewoners, 6 priesters, vrouwen en intellectuelen werden afgeranseld, vaak totdat ze het bewustzijn verloren”.


2. De Joden in de Tweede Republiek Polen

historicus Oskar Halecki
Ook de 2,5 miljoen joden in het land telden als vreemde minderheid. De Poolse historicus Oskar Halecki schrijft in 1970 in zijn geschiedenis van Polen:

Het joodse vraagstuk werd bijzonder brandend voor de Tweede Wereldoorlog. Dit was een zeer beslissende kwestie wanneer men bedenkt dat meer dan 3 miljoen joden..... die over het hele land verspreid leefden.... Onder deze omstandigheden was het opkomen van een antisemitische beweging meer uit economische- dan uit racistische motieven onvermijdelijk “


De anti-semitische beweging,  zoals Oskar Halecki die bedoelde, leidde er toe dat in de jaren 1933 tot ‘38 honderdduizenden joden hun Poolse vaderland verlieten en toevlucht zochten, zelfs via Duitsland, in het westers buitenland, meestal in de USA....


3. Volksduitsers in Polen

kaschuben 1918 1939
Een andere minderheid, toch altijd nog 106.000 mensen, waren de Kaschuben, de oerbevolking in de omgeving van de kust bij Pomerellen uit de tijd van de eerste Poolse verovering. Zij onderhielden naast hun eigen taal ook hun eigen identiteit. De politieke betekenis van de Kaschuben in de 20-er jaren resulteerde zich in hun eigen vestigingsgebied in het noorden van Westpruisen - Pomerellen, daar waar Pommeren en Oostpruisen het dichtst bij elkaar liggen. De Polen telden de Kaschuben als Polen, om daarmee aan te tonen dat de bevolking in de Corridor altijd al Pools was. De ontevredenheid van de Kaschuben, met hun nieuwe gezag in Warschau, werd hun door de Polen als ondankbaarheid en als domheid aangewreven.


De Duitse minderheid (Volksduitsers) in Polen - ongeveer 2 miljoen mensen - nam tot 1923 tot 1,2 miljoen af. Als eerste interneerde men 16.000 Duitsers als “staatsvijanden” in 2 concentratiekampen gelegen in Posen. Vanaf 1922 werden Duitsers uitgewezen die na 1908 zich gevestigd hadden in het gebied wat in 1918 Pools werd. Vervolgens stelde men de Duitsers voor de keuze, zich voor Polen uit te spreken of voor Duitsland of andere landen te kiezen en daar naar toe te vertrekken. Zij die zich voor Duitsland of Oostenrijk uitspraken moesten vanaf 1925 het land verlaten en werden niet schadeloos gesteld voor de achtergelaten have, landbouwgrond en bossen. Ook werden de Duitstalige ambtenaren ontslagen. Ongeveer de helft van de Russische, Joodse en Duitse scholen werden gesloten. Het 2-talige onderwijs, voor zover dat na het einde van de oorlog nog werd gegeven, werd bij wet verboden. Van een groot deel van de Duitse, evenals de Oekraïners , Witrussen, Joden, en Oostenrijkers werden de bevoegdheden, om als arts of apotheker te praktiseren, ontnomen. De bedrijfsvergunningen werden ingenomen en ook mochten zij geen boeken meer uitgeven. En daarnaast werd door de Polen alles geboycot wat van niet-Poolse bedrijven afkomstig was.


techen
Toen in 1938 eerst Oostenrijk en dan Sudetenduitsland met het Duitse rijk werd verenigd steeg de angst in Polen. Duitsland zou ook wel eens van hun het grondgebied en mensen uit het vroegere Duitsland kunnen terugverlangen. Na de annexatie van de Teschener gebieden door Polen in september 1938, vroeg Hitler om onderhandelingen over de toekomst van de stad Danzig en een garantie voor veilige verkeersverbindingen naar het afgescheiden Oostpruisen. Op dat moment nam de vijandschap van de Polen tegen hun Duitse minderheid weer scherpere vormen aan. Terreurdaden tegen Duitsers, vernielingen van Duitse bedrijven en brandstichtingen op Duitse boerderijen liepen uit tot vervolgingen. Na de terugkeer van Memelland in het Duitse Rijk in maart, werd de situatie voor de Duitsers in Polen geheel onverdraaglijk. In de zomer van 1939 werd het aantal Duitsers die Polen “illegaal” wilden verlaten steeds groter. Tot midden augustus waren meer dan 76.000 mensen naar Duitsland gevlucht en 18.000 naar het gebied van Danzig. De berichten over de omgang van de Polen met hun Duitse minderheid en de beschrijvingen van de gevluchten werkten als olie op het vuur in de Duits-Poolse verstandhouding voor de uitbraak van de oorlog. De toenmalige staatssecretaris Von Weizsäcker schreef daarover in zijn herinneringen:


Onze diplomatieke- en consulaat-berichten geven aan hoe in 1939 de golven steeds hoger werden en het oorspronkelijke probleem - Danzig en de passage door de corridor - overdekten.”


Polen had, anders dan door de Siegermächten voorzien en gewenst werd, zich niet tot een veelvolkeren staat naar Zwitsers model ontwikkeld. Het verspeelde vanaf de aanvang de kans de minderheden in een nieuw Polen te integreren. Men maakte in dit nieuwe Polen niet 1 keer een aanzet van een poging de grote minderheden van Duitsers, Joden, Witrussen en Oekraïners voor hun eigen land te winnen. De inspanningen om de identiteit  van de minderheden te vernietigen dreef de haat en terreur in een spiraal bijna 2 decennia lang naar boven. Daarom was in 1939 in Duitsland en in Rusland niemand meer bereid de Polen als slachtoffer van drie vroegere delingen te zien, die men - historisch gezien - nog iets verschuldigd was. Men zag ondertussen in hun de daders die voor de Duitse en Oekraïense  minderheden het noodlot hadden afgeroepen.


Site Vorkriegsgeschichte.de

Auteur Gerd Schultze Rhonhof

Vertaling Willem Zweers

Naar het boek

Memelland interbellum

ISBN: 9783957681706

650 blz

In NL € 44,36